Kom en volg Mij
(Lukas 5:1-11; Matteüs 4:18-21)
De Heere sprak over Gods woorden.
Een menigte stond op het strand.
Ook Petrus en vrienden, zij hoorden;
hun scheepjes nog leeg aan de kant.
Toen zocht Hij het hart van de mannen
en zei: Neem je netten en vaar!
Zij hadden die nacht niets gevangen,
maar nu is het net vol en zwaar!
En Petrus valt bang op zijn knieën:
Ik ben voor Uw grootheid te klein!
Maar Jezus troost hem en zijn vrienden,
en zegt: Wil Mijn volgeling zijn.
(Tweede stem: Kom en volg Mij...)
Zij laten hun scheepjes daar achter,
en volgen hun Meester gelijk.
Het wonder van God in gedachten:
in Hem zijn we moedig en rijk!
Samen:
Kom en volg Mij… (4x)